Ongeveer 1 op de 3 werknemers heeft last van werkdruk waarbij de oorzaak veelal ligt in een snel veranderende werkomgeving. Denk hierbij o.a. aan technologische veranderingen of hybride werken. Ook (grote) veranderingen in de privésfeer, denk aan gezinsuitbreiding, mantelzorg, etc., kunnen een oorzaak zijn van een toenemende werkdruk. Dit kan leiden tot verminderde productiviteit of zelfs op termijn tot ziekteverzuim.
De kosten van dit verzuim wordt gedragen door zowel medewerkers (o.a. medische kosten), werkgevers (o.a. loonkosten en vervanging) als de maatschappij (uitkeringen en medische kosten). In de periode van 2014 tot 2022 stijgen deze kosten van €1,3 miljard naar €2,6 miljard. Een verdubbeling in acht jaar tijd.
Voor werkgevers is het dus een uitdaging om medewerkers fit, energiek, veerkrachtig en gemotiveerd te houden. Vitaliteitsbeleid of –programma’s op de werkplek wordt dan ook een steeds bekender en belangrijker thema binnen organisaties. Vitale medewerkers zijn immers niet alleen energieker, maar ook creatiever, productiever en veerkrachtiger. Aandacht voor vitaliteit vergroot de kans om talentvolle medewerkers te behouden en aantrekkelijk te zijn voor nieuwe medewerkers in een steeds competitievere arbeidsmarkt. Dat betekent dat er aandacht is van directies en bestuurders op het thema inzetbaarheid.
Bij een eerder onderzoekstraject met vijf bedrijven (Dela, Simac, Ergon, Catharina Ziekenhuis en Fontys Hogeschool) blijkt dat werkgevers vaak te weinig weten over het nut van bestaande interventies, zoals een ‘wandelvergadering’ of mindfulnessworkshop. Ze geven aan onvoldoende kennis en middelen te hebben om te investeren in dit soort initiatieven. Een vervolgstap is om hier verder onderzoek naar te doen. Wat zijn de mogelijkheden om vitaliteit van medewerkers te bevorderen? Welke barrières lopen ze specifiek tegenaan en welke onderliggende aspecten spelen hierbij een rol?
Het grootste obstakel is dat theorie en kennis van vitaliteitsinterventies moet worden toegepast in een praktijk die niet zo lineair en statisch, maar veel dynamischer is. Deze dynamiek beïnvloedt ook de ontwikkeling, implementatie, disseminatie en evaluatie van deze interventies. Het implementeren van beleid, programma’s of interventies zijn sterk afhankelijk van de context, oftewel het systeem. Interventies op het gebied van vitaliteit op de werkplek zijn helaas nog niet zo succesvol als we zouden willen. De effectiviteit van een dergelijk programma wordt mede bepaald door de interventiekenmerken en dus het implementatieplan wat daarachter zit.
KEMs -afgekort van Key Enabling Methodologies– zijn ontwerpmethoden die innovaties en interventies helpen ontwikkelen die ons anders helpen kijken, denken, doen en die onze leefwereld helpen vormgeven. Deze (ontwerp)methoden bieden professionals een effectieve en gerichte aanpak bij het ontwikkelen van innovaties en interventies. Zo dragen KEMs bij aan het teweegbrengenvan de benodigde veranderingen.
Het lectoraat ‘Move to Be’ van Fontys Sporthogeschool heeft het onderzoek afgerond en een uitgebreide reeks hulpmiddelen ontwikkeld die je kunnen ondersteunen bij het opzetten en onderhouden van een effectief vitaliteitsprogramma. Of je nu HR-medewerker, vitaliteitsmanager of een professional bent die zich bezighoudt met vitaliteit, onze materialen helpen je om dit thema op een gedegen manier aan te pakken.
Op deze pagina vind je een verscheidenheid aan hulpmiddelen en informatie om zelf aan de slag te gaan met een vitaliteitsprogramma binnen je organisatie:
Verandering begint bij jezelf, maar veel mensen hebben geen helder beeld van hun eigen waarden en hoe deze aansluiten bij de grote maatschappelijke verschuivingen die nodig zijn. Avans Hogeschool onderzoekt hoe je intrinsieke motivatie kan veranderen.
VRAGEN?
kiamv@clicknl.nl
ORGANISATIE
KIA Maatschappelijk Verdienvermogen
OP DE HOOGTE BLIJVEN?
Wil jij af en toe een e-mail ontvangen met
daarin ontwikkelingen, cases en meer over maatschappelijke verdienvermogen?
MAATSCHAPPELIJK VERDIENVERMOGEN | 2024
VOLG ONS