Citizen Science valt als onderzoeksmethodiek onder de zogenoemde ‘participatieve onderzoeksmethodes’. Oftewel: bij deze methodes participeert (een deel van) de doelgroep van het onderzoek in het onderzoek. Het doel hiervan is doorgaans het resultaat van het onderzoek, zoals een interventie of een innovatie, beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften – en de leefwereld – van de doelgroep. Zo wordt er niet alleen naar effectiviteit van zo’n innovatie of interventie gekeken, maar ook of de doelgroep hier in de praktijk echt mee uit de voeten kan.
Bij Citizen Science is die doelgroep duidelijk benoemd: burgers. Dit komt omdat juist de stem van burgers in onderzoek vaak te weinig wordt gehoord, en ook omdat wanneer burgers zelf inspraak hebben in bijvoorbeeld welk vraagstuk onderzocht gaat worden, andere issues boven tafel komen dan wanneer alleen onderzoekers meedenken. In dit laatste geval blijven belangrijke zaken soms onderbelicht.
Het betrekken van burgers kan op verschillende manieren worden gedaan. Bijvoorbeeld Nederland de Nationale Vogelteldag: hierbij kunnen burgers meehelpen met het verzamelen van data over vogels, zodat de uiteindelijke databank veel groter en veelzijdiger is dan de onderzoekers zelf met een klein team voor elkaar hadden kunnen krijgen. Dit noemen we ‘contributory’ Citizen Science: burgers dragen bij aan onderzoeksvraagstukken die door onderzoekers zelf zijn vormgegeven. Deze vorm van Citizen Science is in een aantal domeinen al lang gebruikelijk, zoals ecologie en astronomie. Een stap verder hebben we ‘participatory’ Citizen Science. Hierbij wordt de burger gevraagd in meerder fases mee te denken, bijvoorbeeld door input op de formulering van een vraagstuk te geven, data op te halen die relevant is, en mee te denken in analyses van die data. Deze vorm van Citizen Science is al heel gebruikelijk in het praktijkgerichte onderzoek van hogescholen bijvoorbeeld.
Nog een stap verder hebben we ‘co-creative’ Citizen Science. Hieronder vallen vormen van Citizen Science die burgers nadrukkelijk betrekken van begin tot eind, van definitie van vraagstukken tot afronding. Ook kan het zijn dat burgers zelf met een initiatief komen, en onderzoekers vragen hen te ondersteunen. Bij deze vormen verandert ook vaak de verhouding tussen de onderzoekers en de burgers: deze wordt gelijkwaardiger. Immers, de onderzoeker is dan wel de wetenschappelijk expert, maar de burger is de ervaringsexpert. Uiteraard zijn vaak nog meer partijen stakeholder van onderzoeksvraagstukken. Bijvoorbeeld in het gezondheidsdomein, waarbinnen Citizen Science relatief nieuw is, heeft men ook te maken met o.a. zorgprofessionals, verzekeringsmaatschappijen, ethische commissies en zorgbeleidsmakers. Zo’n groter stakeholderscollectief noemen we ook wel het ecosysteem rondom een vraagstuk.
Besluitvorming vindt plaats binnen een bepaalde governance: het samenspel tussen organisaties, beslissers, beslisprocessen, wetgeving en richtlijnen. De maatschappelijke transities vragen om aanpassingen in dit samenspel. Adaptive governance is de methode om deze aanpassingen te doen.
Met reflexieve evaluatie kun je samen met de betrokken stakeholders tijdens het traject expliciet leren. Gedurende het proces denk je bovendien samen na over het vergroten van de impact. Lees meer over deze methode in dit artikel.
VRAGEN?
kiamv@clicknl.nl
ORGANISATIE
KIA Maatschappelijk Verdienvermogen
OP DE HOOGTE BLIJVEN?
Wil jij af en toe een e-mail ontvangen met
daarin ontwikkelingen, cases en meer over maatschappelijke verdienvermogen?
MAATSCHAPPELIJK VERDIENVERMOGEN | 2024
VOLG ONS