In Groningen is een experimenteel onderzoeksproject met de Citizen Science ecosysteem-aanpak gestart. In een collectieve inspanning met betrokken studenten komen tot bruikbare, op eigen context afgestemde effectieve interventies ter verbetering van psychosociaal en fysiek welzijn van hbo-studenten. Dit ecosysteem bestaat uit Hanzehogeschool studenten, docent-onderzoekers van de Hanzehogeschool en een organisatie gericht op vitaliteit genaamd VitaalNed en de Gemeente Groningen. Deze partners willen samenwerken (co-creëren) in de uitvoering van het experiment, maar ook in de ontwikkeling van een businesscase en de potentiële duurzame doorwerking van het experiment. Lees in dit artikel meer over dit praktijkvoorbeeld.
In Nederland treft depressie bijna 20% van alle volwassenen en kost op jaarbasis 1,6 miljard euro in zorgkosten, en nog eens 1,8 miljard euro in verzuimkosten (RIVM, 2018). Studenten maken onderdeel uit van de hierboven geschetste brede trend: een recent uitgevoerde landelijk studie onder Nederlandse studenten liet zien dat 51% angst- en depressiesyptomen ervaart (Dopmeijer et al., 2021). Ook blijkt dat 34,6% een verhoogde kans op burn-out heeft (Boer de, 2016).
Daarnaast heeft Covid-19 afgelopen 2 jaar als een vergrootglas gewerkt op reeds bestaande problematiek: de gezondheidsmonitor 2020 van het CBS laat zien dat tussen 2012 en 2020 het risico op depressie of angstklachten onder jongvolwassenen van 6 naar 9% is gestegen. Tegelijk met deze ontwikkelingen wordt een ongunstige trend gezien in fysiek welzijn: cijfers van het Nederlands Jeugd Instituut laten zien dat ernstig overgewicht bij jongeren tussen de 16 en 20 in 2021 met 4,3% is gestegen ten opzichte van 2020. Het percentage dat ernstig overgewicht heeft is daarmee 18,6% (NJI, 2022).
Preventieve gezondheidsaanpakken worden vaak top-down en buiten de eigen context van eindgebruikers ingericht terwijl onderzoek aantoont dat de impact van dergelijke interventies miniem zijn (Greenhalgh & Papoutsi, 2018). Verklaring hiervoor is dat onderzoeksprojecten vooraf beschreven worden door een groep (wetenschaps-)experts, die niet noodzakelijkerwijs inzicht in de leefwereld van de eindgebruikers hebben. Deze aanpak is weinig sensitief voor specifieke contexten, die bovendien constant in verandering zijn. Daarnaast worden eigenaarschap en leercapaciteit bij de eindgebruikers zelf weinig tot niet benut (d.w.z. de beoogde doelgroep/burgers).
Om deze reden concludeert Fosse (2012) dat een top-down benadering zou moeten worden gecombineerd met een bottom-up benadering. Om bovenstaande redenen wil een ecosysteem van relevante stakeholders in de regio Groningen kennis en ervaring opdoen door te experimenteren met een gezamenlijk innovatieproces voor een aantrekkelijk leefstijlaanbod.
Citizen Science valt als onderzoeksmethodiek onder de zogenoemde ‘participatieve onderzoeksmethodes’. Oftewel: bij deze methodes participeert (een deel van) de doelgroep van het onderzoek in het onderzoek. Het doel hiervan is doorgaans het resultaat van het onderzoek, zoals een interventie of een innovatie, beter te laten aansluiten bij de wensen en behoeften – en de leefwereld – van de doelgroep. Zo wordt er niet alleen naar effectiviteit van zo’n innovatie of interventie gekeken, maar ook of de doelgroep hier in de praktijk echt mee uit de voeten kan.
Bij Citizen Science is die doelgroep duidelijk benoemd: burgers. Dit komt omdat juist de stem van burgers in onderzoek vaak te weinig wordt gehoord, en ook omdat wanneer burgers zelf inspraak hebben in bijvoorbeeld welk vraagstuk onderzocht gaat worden, andere issues boven tafel komen dan wanneer alleen onderzoekers meedenken. In dit laatste geval blijven belangrijke zaken soms onderbelicht.
KEMs -afgekort van Key Enabling Methodologies– zijn ontwerpmethoden die innovaties en interventies helpen ontwikkelen die ons anders helpen kijken, denken, doen en die onze leefwereld helpen vormgeven. Deze (ontwerp)methoden bieden professionals een effectieve en gerichte aanpak bij het ontwikkelen van innovaties en interventies. Zo dragen KEMs bij aan het teweegbrengenvan de benodigde veranderingen.
Het betrekken van burgers kan op verschillende manieren worden gedaan. Bijvoorbeeld Nederland de Nationale Vogelteldag: hierbij kunnen burgers meehelpen met het verzamelen van data over vogels, zodat de uiteindelijke databank veel groter en veelzijdiger is dan de onderzoekers zelf met een klein team voor elkaar hadden kunnen krijgen. Dit noemen we ‘contributory’ Citizen Science: burgers dragen bij aan onderzoeksvraagstukken die door onderzoekers zelf zijn vormgegeven. Deze vorm van Citizen Science is in een aantal domeinen al lang gebruikelijk, zoals ecologie en astronomie. Een stap verder hebben we ‘participatory’ Citizen Science. Hierbij wordt de burger gevraagd in meerder fases mee te denken, bijvoorbeeld door input op de formulering van een vraagstuk te geven, data op te halen die relevant is, en mee te denken in analyses van die data. Deze vorm van Citizen Science is al heel gebruikelijk in het praktijkgerichte onderzoek van hogescholen bijvoorbeeld.
Op moment van schrijven is het experiment halverwege. Middels de crowdsourcing is inzicht verkregen in wat voor studenten urgent is in welzijn, en de scrumsessies hebben tot ontwerpeisen en randvoorwaarden voor mogelijk interventies geleid. Nu breekt de fase aan waarin dit uitgewerkt wordt en de pilot waarin gezamenlijk effecten op welzijn kunnen worden getest zal gaan draaien.
Verandering begint bij jezelf, maar veel mensen hebben geen helder beeld van hun eigen waarden en hoe deze aansluiten bij de grote maatschappelijke verschuivingen die nodig zijn. Avans Hogeschool onderzoekt hoe je intrinsieke motivatie kan veranderen.
VRAGEN?
kiamv@clicknl.nl
ORGANISATIE
KIA Maatschappelijk Verdienvermogen
OP DE HOOGTE BLIJVEN?
Wil jij af en toe een e-mail ontvangen met
daarin ontwikkelingen, cases en meer over maatschappelijke verdienvermogen?
MAATSCHAPPELIJK VERDIENVERMOGEN | 2024
VOLG ONS